Interview met IPCC co-chairs
Werken aan het meest gezaghebbende klimaatadaptatie-rapport ter wereld
In juli 2023 werden Bart van den Hurk, wetenschappelijk directeur bij Deltares, en Winston Chow, hoogleraar urban climate aan de Singapore Management University, verkozen tot co-chairs van werkgroep II van het IPCC. Deze werkgroep brengt een analyse van de negatieve en positieve gevolgen van klimaatverandering en de mogelijkheden voor adaptaties. Samen overzien ze de bijdrage van WG II aan het zevende Assessment Report on Climate Change van het IPCC, het Intergovernmental Panel on Climate Change. Bart en Winston hebben al eerder samengewerkt, onder andere in het kader van de langdurige samenwerking tussen Deltares en de National University of Singapore (NUS).
In gesprek met co-chairs
Bart van den Hurk en Winston Chow
Hoe word je co-chair van het IPCC?
Vraag 1
Winston
‘Als mede-auteur van het vorige Assessment Report begrijp ik het proces en ik vond het ook leuk om te doen. Ik werk veel aan grote interdisciplinaire en multi-instituuts-samenwerkingen. Die ervaring was de sleutel tot mijn nominatie. Het is een grote eer en ik krijg de kans om samen te werken met veel fantastische wetenschappers en klimaatexperts over de hele wereld.’
Bart
‘Co-voorzitter worden is geen normale vacature waar je naar kunt solliciteren; je moet genomineerd worden door je regering. Ik was ontzettend vereerd toen ik genomineerd werd en heb het snel geaccepteerd. Mijn werk bij Deltares heeft altijd in het teken gestaan van het overbrengen van de gevolgen van klimaatverandering, van ervoor zorgen dat we niet alleen met andere klimaatwetenschappers communiceren, maar ook met de bredere samenleving. Dat is precies waar Werkgroep II verantwoordelijk voor is.’
Bart van den Hurk
Bart van den Hurk is expert op het gebied van weer- en klimaatinformatie. Hij is wetenschappelijk directeur bij Deltares en hoogleraar Interacties tussen klimaat en samenleving aan de VU Amsterdam. Daarvoor was hij klimaatwetenschapper bij het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI). Ook was hij hoofdauteur van het 6e IPCC Assessment Report, Working Group I, waar hij werkte aan de Interactieve Atlas.
Wat betekenen jullie benoemingen voor Singapore en Nederland?
Vraag 2
Bart
‘De Nederlandse overheid heeft ons erg gesteund. Er zijn allerlei criteria voor de samenstelling van de groep voorzitters, co-voorzitters en vice-voorzitters. Er moet een balans zijn tussen de continenten. Een van de co-chairs moet uit een ontwikkelingsland komen, terwijl het andere land dat een co-chair levert de technische ondersteuning moet financieren. Het mooie is dat we nu goed gefinancierd zijn, omdat zowel Nederland als Singapore geld beschikbaar stellen voor zo'n ondersteunende eenheid.’
Winston
‘Het is een beetje vreemd dat Singapore wordt beschouwd als een ontwikkelingsland; wij beschouwen onszelf als een land met een economie in een overgangsfase. Uit mijn gesprekken met leiders in de Singaporese overheid en zakenwereld blijkt duidelijk dat zij de noodzaak van aanpassing erkennen. Singapore wil bijdragen aan wereldwijde klimaatactie en daarom heeft de regering mijn nominatie ondersteund met financiering. Zo kunnen we echt actie ondernemen, zoals het organiseren van outreach-evenementen, en om te communiceren met belanghebbenden die graag in contact willen komen met Bart en mijzelf.’
Wat houdt de rol van co-chair in?
Vraag 3
Winston
‘Het IPCC heeft een team van experts met wetenschappelijke of relevante klimaatexpertise. Samen met hen stellen Bart en ik het zevende Assessment Report over klimaatverandering samen.’
Bart
‘Als co-chairs coachen en organiseren we het beoordelingsproces. Eerst moeten we een voorstel doen aan het IPCC-panel over welkte rapporten we gaan schrijven. We kunnen geen onderwerp uit de lucht plukken; we moeten bepalen waar interesse voor is en welke onderwerpen er echt toe doen. Vervolgens organiseren we een scoping-proces met experts.’
Winston Chow
Winston Chow is professor urban climate aan de Singapore Management University, gespecialiseerd in klimaatverandering en duurzaamheid van steden in Singapore en Zuidoost-Azië. Hij heeft bijgedragen aan het zesde IPCC Assessment Report als scoping expert, en als hoofdauteur voor de hoofdstukken over stedelijke ontwikkeling.
Hoe ziet het scoping-proces eruit?
Vraag 4
Bart ‘Het doel is om een opzet en een narratief op te stellen; wat gaat het rapport eigenlijk vertellen? Met scoping brengen we de hiaten en de kennisbehoeften van overheden in kaart. Ook bekijken we welke onderwerpen er in de wetenschappelijke gemeenschap worden besproken. Vervolgens nodigen we de wetenschappers uit om bewijsmateriaal te delen.
Een van onze rapporten gaat bijvoorbeeld over steden en klimaatverandering. Als co-chairs zoeken we dan de mensen die een bijdrage kunnen leveren. We moeten de juiste balans vinden; we willen niet alleen wetenschappers, want het rapport moet ook toegankelijk zijn voor mensen uit de praktijk. Daarom vragen we ook om bijdragen van de overheid en de particuliere sector.’
Het lijkt een complex en veeleisend proces.
Vraag 5
Bart
‘Het is een streng proces. De reikwijdte en de opzet moeten worden goedgekeurd door het voltallige IPCC-panel. Vervolgens moeten we auteurs werven, wat op zich al tijd kost; elk hoofdstuk heeft ongeveer tien auteurs, inclusief een hoofdauteur. Het team bespreekt vervolgens zaken als de status van de wetenschappelijke literatuur, samenwerkingsgebieden, en waar nieuwe of andersoortige gegevens nodig zijn.
Als co-chairs is het onze rol om een zeer strikt tijdspad aan te houden. Zodra er een concept is opgesteld, nodigen we de hele wereld uit om commentaar te geven. De commentaren worden vervolgens verwerkt door de auteurs.’
Winston
‘Dit rapport is het meest gezaghebbende klimaatrapport ter wereld en daarom is zo'n grondig proces cruciaal. Het lijkt misschien ingewikkeld, maar het bevordert ook de transparantie. Bij mijn vorige ervaring ontvingen we duizenden commentaren, die nauwgezet worden gedocumenteerd en beantwoord. Iedereen kan commentaar geven. Ook kun je, door zo’n rigoureus proces te doorlopen, het collectieve denkkapitaal van deskundigen bijeenbrengen. Dit weerspiegelt zich in het rapport, dat een evenwicht biedt tussen klimaatwetenschap en sociale wetenschappen, en tegelijkertijd ook toegankelijk en leesbaar is voor mensen. Maar het gaat niet alleen om lezen - mensen kunnen er ook naar handelen.’
Wat zijn resultaten die u graag zou zien tijdens uw ambtstermijn?
Vraag 6
Winston
‘Als je kijkt naar eerdere COP-klimaatconferenties, zie je een enorm en groeiend aantal verwijzingen naar de IPCC Assessment Reports. Ik verwacht dat dit alleen maar zal toenemen.’
Bart
‘Mijn persoonlijke ambitie zou zijn om te zien dat nationale en regionale partijen, bijvoorbeeld overheden en bedrijven, er meer gebruik van gaan maken. En dan vooral in ontwikkelingslanden. Niet omdat ze in het rapport precies vinden wat ze willen, maar omdat ze een verhaal vinden dat ze kunnen gebruiken.’
Kun je een voorbeeld geven?
Vraag 7
Bart
‘Ja, in de vorm van een dilemma. Deltares doet bijvoorbeeld veel werk in Afrika. In Mozambique is recent olie gevonden. We begrijpen de kansen die zo'n ontdekking kan bieden voor een land, dat kampt met enorme schulden, lage inkomens en veel informele arbeid. Ik hoop dat het IPCC in dergelijke gevallen richtlijnen geeft. Zodat áls de keuze wordt gemaakt om olievoorraden te exploiteren, dit in ieder geval op een verantwoorde manier gebeurt, met inclusief compensatiemaatregelen en investeringen in resilience en duurzaamheid op de lange termijn. Ik zou graag zien dat het IPCC helpt bij het vinden van een balans tussen klimaatmaatregelen en de ontwikkeling van landen.’
Bart van den Hurk
Klimaatexpert Deltares