Een koele, maar ook een coole stad

Utrechters moeten op een hete zomerdag het hoofd koel kunnen houden, vindt Susanne Schilderman, wethouder Openbare ruimte bij gemeente Utrecht. Ze streeft naar een stad met genoeg schaduw, gezond zwemwater en bescherming tegen wateroverlast. ​​​​​​​

Susanne Schilderman

Susanne Schilderman is wethouder in Utrecht. Zij is verantwoordelijk voor Financiën, Economische Zaken, Circulaire Economie, Openbare Ruimte, Markten en Havens.


Voordat zij wethouder werd, was zij raadslid en (vice-)fractievoorzitter voor D66 in de Utrechtse gemeenteraad. Zij heeft zich onder meer sterk gemaakt voor goede inrichting van fietspaden en meer groen in de buurt.

Wat ziet Utrecht als de grote uitdaging als het gaat om klimaatverandering?

Vraag 1

‘Onze stad blijft de komende jaren groeien. We hebben Leidsche Rijn gebouwd en daarna andere stedelijke projecten afgerond, want in Utrecht worden nog steeds meer mensen geboren dan dat er overlijden. Naarmate de stad drukker en warmer wordt, zoekt iedereen een plekje in de stad om af te koelen. Zo is het zwemmen in oppervlaktewater flink toegenomen en daar is meer ruimte voor nodig.


Een warmer klimaat betekent ook meer kans op zware regenbuien. In 2014 hadden we te maken met grote stortbuien in de stad, met veel ondergelopen souterrainwoningen in Lombok en de Zeeheldenbuurt. Hoe kunnen we dat water opvangen en wegvoeren zonder dat je er last van hebt? Tegelijkertijd wil je het water vasthouden om te gebruiken in droge periodes, waar we door de klimaatverandering steeds vaker mee te maken hebben.’

Hoe ziet de visie voor waterkwaliteit en klimaatadaptatie er voor uw stad uit?

Vraag 2

‘We hebben in 2022 tegelijk de visie Klimaatadaptatie Utrecht en de Visie Water en Riolering vastgesteld. Hierin staan onze doelen voor 2050 gedefinieerd, zoals hoeveel water we willen opvangen en wat de kwaliteit van het water moet zijn.


We willen de stad vergroenen, met minder stenen en tegels en meer plantsoenen en groene kades. Op die manier kan de bodem als spons werken. Dit voorkomt wateroverlast bij hevige regen. We willen minstens negentig procent van het regenwater opvangen en benutten, en niet via het riool laten afvoeren naar de rioolwaterzuivering of het oppervlaktewater buiten de stad.’

Hoe werken jullie aan verbetering van de kwaliteit?

Vraag 3

‘Het is belangrijk om te weten hoe ons water in de stad ervoor staat. We hebben bijvoorbeeld weinig variatie aan planten in het water en langs de kades en we weten dat dit grote invloed het heeft op de waterkwaliteit.


Samen met het waterschap werken we aan verbetering daarvan door de ‘harde’ stenen kades natuurlijker te maken en vegetatie door te laten lopen tot in het water. Dat is beter voor de biodiversiteit, de waterkwaliteit zelf, de dieren en de mensen.’

Wanneer gaan de bewoners het verschil merken?

Vraag 4

‘Bewoners moeten nu al verbetering merken. Iedere keer als we een deel van het riool vervangen, richten we ook de straten anders in. Bij een heftige regenbui zijn de straten en de riolering zo ingericht dat het water snel wegloopt en er geen schade optreedt aan woningen en gebouwen.


Verbetering zie ik ook bij de Singel, de gracht rond de binnenstad. In de jaren vijftig was het nog een litteken in onze stad; delen werden gedempt en je kon niet meer goed rondvaren. 

'Nu de Singel weer open is en het water stroomt, zien bewoners dat de natuur zich herstelt en krijgt het water een andere functie'

Susanne Schilderman, wethouder in Utrecht

Mensen zoeken het water op om te recreëren. Dat is ook wat ik wil meegeven aan de collega wethouders openbare ruimte: werken aan de waterkwaliteit zorgt voor verlevendiging van de stad. Als we het water behouden en de kwaliteit verbeteren, laat je je stad er mooier en groener uitzien en daar heeft iedereen plezier van. Dat maakt van Utrecht een koele, maar ook prettige en coole stad.’

Meer over de visie van Gemeente Utrecht

Sita Vulto

Sita Vulto is adviseur bij het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en was betrokken bij het opzetten van het onderzoek naar stedelijke waterkwaliteit van het Nationaal Kennis- en innovatieprogramma Water en Klimaat. Ze is daarnaast inhoudelijk manager Netwerk Water & Klimaat.

Is stedelijke waterkwaliteit nog een blinde vlek?

Sita Vulto was betrokken bij het Nationaal Kennis- en innovatieprogramma Water en Klimaat. Mede dankzij dit onderzoeksprogramma is stedelijke waterkwaliteit nu een kennisdossier op het Klimaatadaptatieportaal.

Lees meer

De vraag naar water in de stad

Klimaatverandering zorgt ervoor dat het gebruik van water in steden toeneemt. Waterbeheerders en ruimtelijke planners van de steden Toronto en Amsterdam lieten zien, in een onderzoek van Deltares en Wageningen University, dat door oplopende temperaturen en droogte de vraag naar water, voor onder andere recreatie en irrigatie, toeneemt.

Ze verwachten ook in toenemende mate water van buiten de stad te moeten aanvoeren om voldoende water van goede kwaliteit beschikbaar te hebben. Tegelijkertijd staan door klimaatverandering de beschikbaarheid en kwaliteit van stedelijk water onder druk. 'Hierdoor wordt het steeds lastiger om aan alle gebruikswensen en ecologische ambities te voldoen', volgens Suzanne van der Meulen die op dit onderzoek promoveerde.


Onderzoekers en stedelijke waterbeheerders ontwikkelen gezamenlijk handelingsperspectieven voor de verdeling van water tijdens droogte. Ze onderzoeken ook het effect van menselijke activiteiten die de impact van klimaatverandering op waterkwaliteit kunnen beperken, zoals warmte-onttrekking uit water voor aquathermie-installaties. Stakeholders stellen ook andere oplossingen voor. Zo was er tijdens de Landelijke Zwemwaterdag in 2023 de suggestie om op zoek te gaan naar meer klimaatbestendige zwemlocaties.

Veldmonitoring

Klimaatverandering kan algenbloei, kortdurende verontreiniging met uitwerpselen en verzilting van stedelijke oppervlaktewateren verergeren. We hebben echter niet overal evenveel overlast daarvan. Veldmonitoring in verschillende stedelijke omgevingen is daarom cruciaal. Zo krijgen we beter inzicht in de impact van klimaatverandering op de waterkwaliteit.


Water in de stad verschilt in dat opzicht van de meer gemonitorde wateren in landelijk gebied. Stadswater wordt bijvoorbeeld gekenmerkt door een grotere verscheidenheid aan bronnen van microbiologische pathogenen, ziekteverwekkers. Steden nemen ook specifieke klimaatadaptatiemaatregelen die positieve of negatieve neveneffecten kunnen hebben op de waterkwaliteit. Bijvoorbeeld het toevoegen van openbaar groen, het doorspoelen van het stedelijke watersysteem met rivierwater en het verbeteren van het vasthouden van water. Om veranderingen in de waterkwaliteit te volgen zijn in verschillende Nederlandse steden monitoringsprogramma’s gestart.

In Leiden monitort Deltares het effect van meer groen in een straat op de waterkwaliteit van de nabijgelegen gracht. Een analyse van de verwachte veranderingen in de waterbalans gaf aan dat vergroening leidt tot meer bodeminfiltratie. Dit heeft naar verwachting een positief effect op de waterkwaliteit in de gracht, waardoor deze meer geschikt wordt voor recreatieve activiteiten en irrigatie.


Monitoring van de daadwerkelijke waterkwaliteit voor en na de uitvoering van de maatregelen loopt door tot 2026.

In Dordrecht willen waterbeheerders een stedelijke polder doorspoelen om waterkwaliteitsproblemen, die door klimaatverandering zullen toenemen, te verminderen. Tegelijkertijd wil de gemeente dat bewoners het oppervlaktewater kunnen gebruiken voor recreatie en verkoeling tijdens warme zomers.


Tot 2025 onderzoekt Deltares samen met de gemeente en het waterschap de impact van het doorspoelen van het systeem op de waterkwaliteit en mogelijk recreatief gebruik.

Er zijn nog meer stedelijke monitoringprogramma's gepland. Die richten zich op de gevolgen van droogte en de inzet van waterretentiemaatregelen op stedelijke oppervlaktewaterkwaliteit.

Suzanne van der Meulen

Expert stedelijke waterkwaliteit

Annemarij Kooistra

Annemarij Kooistra is programmamanager bij Gemeente Amsterdam, afdeling Ingenieurswetenschappen, en verantwoordelijk voor de ontwikkeling van transities in assetmanagement van bruggen en kademuren. Onder haar leiding werden circulaire strategieën voor op waarden gebaseerde beslissingen ontwikkeld over te nemen maatregelen voor een veilig en toekomstbestendig gebruik van bruggen en kademuren, evenals onderzoek en innovatie om de levensduur van deze constructies te verlengen.

Lees meer op het nationale kennisplatform