Terugblik 2020
In 2020 heeft Deltares in de samenwerking met Rijkswaterstaat en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) advisering en ondersteuning geleverd op basis van de nieuwste inzichten op het gebied van water, ondergrond en infrastructuur. Met deze Highlights geven wij u een inkijkje in ons werk binnen het Kennisprogramma Primaire Processen in opdracht van Rijkswaterstaat en het Ministerie van IenW. Het bevat vele voorbeelden waarin we met hoogwaardige kennis en modellen een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan het economisch verantwoord waarborgen van de waterveiligheid met oog voor de natuurlijke en bestuurlijke omgeving.
Oplevering nieuwe versie Landelijk Informatiesysteem Water en Overstromingen (LIWO)
Het Landelijk Informatiesysteem Water en Overstromingen (LIWO) bevat kaartlagen voor professionals die zich bezighouden met (de voorbereiding op) wateroverlast en overstromingen in Nederland. In de in 2020 opgeleverde versie van LIWO is een groot deel van de overstromingsscenario’s geactualiseerd, zijn nieuwe informatiebronnen toegevoegd en is de gebruikersfunctionaliteit geoptimaliseerd.
Lees verder
Paalbelastingsproeven voor een verbeterd paalontwerp
In Nederland staat de berekeningsmethode voor het draagvermogen van funderingspalen voorgeschreven in de NEN-EN normen. Deze berekeningsmethode is gebaseerd is op bewezen sondeertechnieken. Verschillende typen funderingspalen kunnen dezelfde berekenings-methode hebben, maar hebben hun eigen paalfactoren. Deze paalfactor brengt de invloed van het paaltype en de wijze van installeren in rekening. In 2017 heeft een normatieve reductie van paalfactoren plaatsgevonden, gebaseerd op nadere bestudering van beschikbare proefbelastingen
Lees verder
Sediment in Stroomgebied - beheerplannen: 20 jaarSedNet inspanning
In de wetenschappelijke publicatie “Including sediment in European River Basin Management Plans: twenty years of work by SedNet” (https://rdcu.be/b7nyh) hebben we de inspanning beschreven die het Europese Sediment Netwerk SedNet de afgelopen 20 jaar heeft gepleegd om sediment de aandacht te geven die het verdient in de Kaderrichtlijn Water (WFD) Stroomgebiedbeheerplannen (RMBP’s).
Lees verder
Nieuw beleid voor grond en bagger door nieuweinzichten
Deltares werkt samen met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu aan een nieuwe beoordeling van grond en bagger. Het verondiepen van meren en zandwinputten heeft effect op de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Een goede inschatting van de mogelijke risico’s is daarbij cruciaal. Voor het bepalen van die risico’s heeft Deltares een nieuwe methodiek ontwikkeld, het Milieuhygienisch Toetsingskader (MHT).
Lees verder
De Waterveiligheidsindicator: indicatie van het effect vanmaatregelen op de waterveiligheid van Nederland
In 2019 zijn er indicatoren ontwikkeld om het effect van dijkversterkingsmaatregelen op de waterveiligheid in beeld te brengen. In het voorjaar van 2020 heeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat ingestemd met het jaarlijks rapporteren van deze waterveiligheids-indicatoren. Naast het aantal kilometers versterkte kering wordt daarmee nu ook de verbeterde waterveiligheid en de afname van het overstromingsrisico weergegeven.
Lees verder
Op weg naar een satelliet afgeleide bathymetrie vanNederland
In afgelopen jaren heeft Deltares samen met Rijkswaterstaat gebruik gemaakt van een nieuwe bron van hoogte-informatie van de kust: de vrij-beschikbare satellietbeelden van ruimtevaartorganisaties ESA en NASA. Deltares heeft een methode ontwikkeld om op basis van die gegevens de grenzen tussen zee en land automatisch te bepalen. In combinatie met de waterhoogte op het moment van opname levert dit een schatting op van de bodemhoogte. Ook kunnen horizontale veranderingen van de zeebodem nauwkeuriger en met een korter tijdsinterval worden gemeten.
Lees verder
SRL online tool – stakeholder readiness level
Innovaties in de dagelijkse praktijk brengen is een (en misschien wel de) grote uitdaging. In verschillende innovatieprojecten zagen we dat er veel uitdagingen om tot implementatie te komen juist op het niettechnische vlak zitten. Deze factoren hebben we uiteindelijk samengebracht in een Stakeholder Readiness Level (SRL).
Lees verder
Grootschalig onderzoek naar sediment in demonding van de Westerschelde
In de monding van de Westerschelde gaat Rijkswaterstaat een grootschalige praktijkproef doen om met slim sedimentbeheer de effecten van de zeespiegelstijging te mitigeren met in achtneming van de functies van het Schelde-estuarium. Door in de praktijk vast te stellen hoe en waardoor het sediment zich verplaatst, kunnen in de toekomst gerichte maatregelen worden genomen.
Lees verder
Oorzaak en vermijden van meervoudig sluiten Balgkering Ramspol
De StormVloedKering Ramspol is een opblaasbare kering die wordt gesloten indien de lokale waterstand boven +0.5 m NAP komt en er tegelijkertijd sprake is van een landinwaarts gerichte stroming die wordt veroorzaakt doordat de afvoer richting zee stagneert door een te hoge zeespiegel (stormvloed). Die parameters worden tot nu toe gemonitord op basis van lokale metingen. Dat is efficiënt, maar maakt de kering wel gevoelig voor meervoudig sluiten en openen tijdens dezelfde storm.
Lees verder
Droogteprobleem voor Zoetwaterregio Noord
Om de doelstellingen in het Parijs-akkoord te halen zijn maatregelen nodig om de emissie van broeikasgassen te reduceren. Een aantal maatregelen kan invloed hebben op knelpunten in de watervoorziening tijdens droogte, waaronder het nathouden van het veenweidegebied door middel van onderwaterdrainage.
Lees verder
KlimaatSchadeSchatter
De klimaatverandering brengt grote veranderingen met zich mee in het stedelijk gebied. Bij zware buien is er sprake van wateroverlast en bij een hittegolf stijgt de temperatuur in het stedelijk gebied meer dan in het landelijke gebied. Hoe moeten we daarop anticiperen? Welke maatregelen zijn effectief en moeten worden genomen? Voor je die vraag kunt beantwoorden moet je een beeld hebben van de schade die door de klimaatverandering optreedt.
Lees verder
Crisis Advies Groep Rivieren
Binnen Rijkswaterstaat zijn in het Water Management Centrum Nederland (WMCN) verschillende Crisis Advies Groepen (CAG’s) actief. Experts vanuit Deltares participeren in die CAG’s. Wat het betekent om tijdens een crisis paraat te moeten zijn, laat zich het beste als volgt beschrijven.
Lees verder
Deltares Academy
Kennis die bij Deltares wordt ontwikkeld moet ook worden gedeeld om in de praktijk toepassing te vinden. Vanuit die gedachte is de ‘Deltares Academy’ opgericht. Een deel van die kennis wordt direct in opdracht van Rijkswaterstaat ontwikkeld en in algemene zin is veel van die kennis ook voor Rijkswaterstaat van direct belang. Om die reden wordt via het KPP-programma vanuit Rijkwaterstaat jaarlijks een financiële bijdrage geleverd aan het organiseren van de activiteiten van de Deltares Academy.
Lees verder
Slibsedimentatie in de Waddenzee zeer gevoelig voor wind
De zwevende stof concentraties in de Waddenzee laten op de middellange termijn fluctuaties zien, zoals verhogingen voor enkele jaren, waarvan de oorzaak nog niet geheel duidelijk is. Voor het beheer en beleid is het belangrijk om hier inzicht in te krijgen, omdat een toename in zwevend stof concentratie over een langere termijn als een ongewenste trend kan worden beschouwd.
Lees verder
Met de “Grondwater-Risico- Toolbox” faalkansen van infrastructurele projecten verkleinen
Bij de uitvoering van infrastructurele werken van Rijkswaterstaat, zoals bijvoorbeeld een verdiepte ligging of verbetering van een kanaal, wordt Rijkswaterstaat met enige regelmaat geconfronteerd met tegenvallers. Deze tegenvallers komen voort uit de lokale geohydrologie omdat de beheersing van het grondwater problemen oplevert. In relatie tot die problemen wordt voor Rijkswaterstaat een ‘GrondwaterRisicoToolbox’ uitgewerkt.
Lees verder
Oevererosie bij dynamische oevers: wat is acceptabel?
Op de Maas zijn oevers op veel plaatsen ontsteend en opnieuw ingericht voor het realiseren van natuurvriendelijke oevers. Deze oevers kennen meer erosie en sedimentatie dan de oorspronkelijke vastgelegde oevers en worden daarom aangeduid als ‘dynamische oevers’. Als rivierbeheerder staat Rijkswaterstaat voor de vraag hoeveel oevererosie kan worden toegelaten en op welk moment moet worden ingegrepen.
Lees verder
Samenwerken bij beheer en onder houd van de Nederlandse kust
Het project ‘Beheer en Onderhoud van de Nederlandse kust (B&O Kust)’ richt zich op het systeemgedrag van de Nederlandse kust en vertaalt inzichten in het systeemgedrag naar adviezen voor het kustbeheer. Het beantwoorden van vragen over het gedrag van suppleties en de kennis over het langjarige gedrag van het kustsysteem zijn belangrijke onderwerpen.
Lees verder
Verandert de vorm van een afvoergolf bij een veranderend klimaat?
Ook in het rivierengebied moet Rijks-waterstaat anticiperen op de effecten van de klimaatverandering. Wat betekent de klimaatverandering voor het ontwerp van de waterkeringen in het rivierengebied? Voor de beantwoording van dergelijke vragen is inzicht in en kennis van het riviersysteem essentieel. In dat kader is onderzoek uitgevoerd naar het effect van topvervlakking op de Maas en de Rijn.
Lees verder
Nooddrain
Piping is een belangrijk faalmechanisme voor dijken. Bij hoogwater kan zand van onder de dijk worden meegevoerd naar het achterland. De dijk raakt hierdoor onderspoeld en kan bezwijken. Eén manier om de piping te stoppen tijdens een hoogwatersituatie is gebruik te maken van ‘de nooddrain’. Het doel van de nooddrain is om de stijghoogte in het watervoerende pakket rondom een al bestaande, actieve zandmeevoerende wel zo te verlagen dat het verticale zandtransport naar het maaiveld tot stilstand komt.
Lees verder
Kennis voor keringen
Het KPP-project Kennis voor Keringen richt zich op het ontwikkelen van de kennis ten behoeve van een scherpere bepaling van de overstromingskans.
Lees verder
Samenwerking Deltares en HWBP verder bekrachtigd
Al sinds 2013 werken Deltares en de programmadirectie Hoogwaterbeschermings- programma (HWBP) samen aan het (voortdurend) ontwikkelen van een technisch inhoudelijke kennisbasis voor doelmatige uitvoering van projecten in het HWBPprogramma. Afgelopen jaar hebben de directeuren een samenwerkingsovereenkomst gesloten om de komende jaren intensief samen te werken, om de kennisagenda’s af te stemmen, projectoverstijgende thema’s te agenderen en uit te werken en het HWBP-programma (de projecten) uit te voeren.
Lees verder
Een nieuw verificatieinstrument voor RWsOS
Deltares ondersteunt Rijkswaterstaat bij de instandhouding en doorontwikkeling van zijn instrumentarium voor waterberichtgeving en peilbeheer. Het RWsOS heeft voortdurend aanpassingen nodig. Dat kan zijn omdat de gebruikers nieuwe wensen hebben, bijvoorbeeld om beter op droogte te kunnen anticiperen. Of vanwege veranderingen in de omgeving van RWsOS, zoals de overgang van het KNMI naar een nieuw weerproduct. Of omdat Rijkswaterstaat gebruik wil maken van nieuwe technologische mogelijkheden die het beheer vereenvoudigen, zoals de inzet van cloudtechnologie.
Lees verder
De effecten van grootschalige windparken op zee
Om te voldoen aan de klimaatdoelstellingen van Parijs zal Nederland zeer snel over moeten gaan op hernieuwbare energiebronnen. Offshore windparken zullen daar een belangrijke rol in spelen.
Lees verder
Droogte-weerbaarheid grondwaterafhankelijke natuur
Hoe kwetsbaar is de grondwaterafhankelijke natuur bij langdurige droogte? Om dit in beeld te krijgen is een indicator ontwikkeld. Daarin wordt de kwetsbaarheid van de grondwaterafhankelijke natuur voor droogte gekwantificeerd op basis van gemodelleerde grondwaterstanden in de Hoge Zandgronden.
Lees verder
Monitoring Lokale Klimaatbestendigheid
Bij klimaatbeleid is een langetermijnvisie en blik op de toekomst van groot belang, maar om concrete stappen te zetten is het belangrijk om te weten waar een stad nu staat: hoe klimaatbestendig is die stad? Welke indicatoren zijn zinvol en gewenst om te monitoren? Hoe destilleer je uit de enorme hoeveelheid beschikbare data zinvolle informatie en systeemkennis? Kunnen we een goed monitoringnetwerk ontwerpen?
Lees verder
Toolbox Klimaatbestendige Stad
Deltares ondersteunt Rijkswaterstaat bij de instandhouding en doorontwikkeling van zijn instrumentarium voor waterberichtgeving en peilbeheer. Het RWsOS heeft voortdurend aanpassingen nodig. Dat kan zijn omdat de gebruikers nieuwe wensen hebben, bijvoorbeeld om beter op droogte te kunnen anticiperen. Of vanwege veranderingen in de omgeving van RWsOS, zoals de overgang van het KNMI naar een nieuw weerproduct. Of omdat Rijkswaterstaat gebruik wil maken van nieuwe technologische mogelijkheden die het beheer vereenvoudigen, zoals de inzet van cloudtechnologie.
Lees verder
De inzet van Deltares voor spoedadvisering
Voor het goed functioneren van de crisisadvisering van Rijkswaterstaat wordt door Deltares kennis en expertise ter beschikking gesteld aan het Water Management Centrum Nederland (WMCN). Maar ook in het geval van buitengewone omstandigheden en calamiteiten kan RWS een beroep doen op de expertise velden binnen Deltares. Naast de reguliere, jaarlijkse spoedadvies oefening, is er in 2020 ook daadwerkelijk een beroep op Deltares gedaan voor spoedadvies.
Lees verder
Paalbelastingsproeven voor een verbeterd paalontwerp
Projectinformatie
Projectnaam: Aanlegvraagstukken
Projectleider: Deltares Hans Landwehr
In Nederland staat de berekeningsmethode voor het draagvermogen van funderingspalen voorgeschreven in de NEN-EN normen. Deze berekeningsmethode is gebaseerd is op bewezen sondeertechnieken. Verschillende typen funderingspalen kunnen dezelfde berekeningsmethode hebben, maar hebben hun eigen paalfactoren. Deze paalfactor brengt de invloed van het paaltype en de wijze van installeren in rekening. In 2017 heeft een normatieve reductie van paalfactoren plaatsgevonden, gebaseerd op nadere bestudering van beschikbare proefbelastingen. Deltares en partijen uit de sector (waaronder grote opdrachtgevers) zijn van mening dat er aanleiding is te veronderstellen dat het paaldraagvermogen hoger kan zijn. Er is namelijk vastgesteld dat er beperkt proefbelastingen beschikbaar zijn en dat positieve effecten niet zijn meegenomen in de berekeningen.
Binnen het KPP-project Aanlegvraagstukken voeren we onderzoeken uit die een direct verband hebben met de uitvoeringsprojecten van RWS rondom Aanleg en Onderhoud. Een voorbeeld daarvan is het onderzoek naar de belastbaarheid van paalfunderingen. Naast modelproeven en numerieke modellering worden ook veldproeven uitgevoerd. Deze bestaan uit proefbelastingen op funderingspalen die hebben plaatsgevonden op de Maasvlakte en op het terrein van Deltares (zie foto). Naast het bepalen van verbeterde paalfactoren, krijgen we zo ook beter inzicht in de restspanningen na het inheien van palen (effect van de installatie) en hoe de sterkte van de ondergrond toeneemt in de tijd (tijdseffecten). De resultaten worden opgenomen in de nationale geotechnische norm NEN 9997-1.
Paalbelastingsproeven voor een verbeterd paalontwerp.
Sediment in Stroomgebied - beheerplannen: 20 jaar SedNet inspanning
Projectinformatie
Projectnaam: SedNet2020
Projectleider Deltares: Jos Brils
In de wetenschappelijke publicatie “Including sediment in European River Basin Management Plans: twenty years of work by SedNet” hebben we de inspanning beschreven die het Europese Sediment Netwerk SedNet de afgelopen 20 jaar heeft gepleegd om sediment de aandacht te geven die het verdient in de Kaderrichtlijn Water (WFD) Stroomgebiedbeheerplannen (RMBP’s).
SedNet maakt voor haar advisering gebruik van het ‘three-streams and windows-of-opportunities model’ van John Kingdon uit 1995 (zie de figuur). Dit model maakt duidelijk dat een goede timing nodig is om adviezen te kunnen laten doorwerken. Zo adviseert SedNet nu bij het opstellen van een ‘WFD Common Implementation Strategy (CIS) sediment document’ dat in 2021 gereed moet zijn. Dit document zal handvatten bieden voor het integreren van sediment in de stroomgebiedbeheerplannen. Rijkswaterstaat zal hiervan gebruik maken bij het updaten van de maatregelen voor de 4e Stroomgebiedbeheer - plannen, die in 2027 gereed moeten zijn.
Titel figuur: 'Three-streams and windows-ofopportunities model' van John Kingdom (1995).
Slibsedimentatie in de Waddenzee zeer gevoelig voor wind
Projectinformatie
Projectnaam: Waddenzee Kennisontwikkeling morfologie en Baggerhoeveelheden
Projectleider: Deltares Julia Vroom
De zwevende stof concentraties in de Waddenzee laten op de middellange termijn fluctuaties zien, zoals verhogingen voor enkele jaren, waarvan de oorzaak nog niet geheel duidelijk is. Voor het beheer en beleid is het belangrijk om hier inzicht in te krijgen, omdat een toename in zwevend stof concentratie over een langere termijn als een ongewenste trend kan worden beschouwd.
Met behulp van een nieuw opgezet slibmodel voor de Waddenzee is aangetoond dat de resttransporten door de zeegaten en de slibsedimentatie in de bekkens zeer gevoelig zijn voor windgedreven stromingen en het opnieuw in suspensie brengen door golven. Hiermee is een mogelijk oorzaak geïdentificeerd van de middellange termijn fluctuaties in zwevend stof gehalte. Het numerieke model is daarmee een waardevolle tool gebleken om ons systeeminzicht te vergroten. Met dat systeeminzicht kan het effect van beheeringrepen worden bepaald. Het numerieke model is daarmee een toekomstbestendig instrument dat kan worden ingezet bij het plannen van beheersingrepen.
Jaarlijkse netto sedimenttransporten in miljoen ton per jaar voor 2017 en (meteo 2016 tussen haakjes) zoals berekend met het slibmodel voor de Waddenzee. Cursief gedrukt de resulterende sedimentatie in de bekkens binnen de cirkel.
Nieuw beleid voor grond en bagger door nieuwe inzichten
Diepe Plas Er is weinig ecologisch potentieel. De hydrologische overgangszone naar zuurstofarme condities kan in de zomer leiden tot nalevering van fosfaat uit het onderliggend sediment.
Ondiepe Plas Meer mogelijkheden voor ecologische ontwikkeling. Een spronglaag is afwezig, maar reductie van de toegepaste grond kan leiden tot mobilisatie van contaminanten en nutriënten naar oppervlakte en grondwater.
Projectinformatie
Projectnaam: Aqua nitrosa
Projectleider Deltares: Jos Vink
Deltares werkt samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu aan een nieuwe beoordeling van grond en bagger. Het verondiepen van meren en zandwinputten heeft effect op de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Een goede inschatting van de mogelijke risico’s is daarbij cruciaal. Voor het bepalen van die risico’s heeft Deltares een nieuwe methodiek ontwikkeld, het Milieuhygienisch Toetsingskader (MHT).
Het huidige Besluit Bodemkwaliteit gaat voor de normstelling nog uit van totaalgehalten van een verontreiniging in de bodem. Het nieuwe Milieuhygienisch Toetsingskader gebruikt het concept “biobeschikbaarheid”, waarbij bepaald wordt welk deel van de verontreiniging daadwerkelijk door organismen, onder veranderende milieuomstandigheden, wordt opgenomen. De normstelling wordt hierbij rechtstreeks gekoppeld aan de werkelijke toxiciteit. De nieuwe beoordelingsmethode is in 2020 operationeel geworden en wordt door de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat opgenomen in de nieuwe Omgevingswet. Het vervangt het huidige Besluit Bodemkwaliteit. Zo werkt Deltares mee aan een betere leefomgeving.
Met de “GrondwaterRisico- Toolbox” faalkansen van infrastructurele projectenverkleinen
Projectinformatie
Projectnaam: GrondwaterRisicoToolbox
Projectleider Deltares: Hans van Meerten
Bij de uitvoering van infrastructurele werken van Rijkswaterstaat, zoals bijvoorbeeld een verdiepte ligging of verbetering van een kanaal, wordt Rijkswaterstaat met enige regelmaat geconfronteerd met tegenvallers. Deze tegenvallers komen voort uit de lokale geohydrologie omdat de beheersing van het grondwater problemen oplevert. In relatie tot die problemen wordt voor Rijkswaterstaat een ‘GrondwaterRisicoToolbox’ uitgewerkt. Met de toolbox wordt meer overzicht gecreëerd in de gevolgen van onzekerheden in bodemschematisatie en de effecten van een kwetsbare omgeving.
De GrondwaterRisicoToolbox is gebaseerd op het open source geografisch informatiesysteem QGIS. Daarin worden met het programma TIMml (ontwikkeld door de Technische Universiteit Delft) stationaire meerlaagse grondwaterstromingen berekend. Ook worden onzekerheden en omgevingseffecten via gevoeligheids- en faalkansanalyses onderzocht. Het doel van de GrondwaterRisicoToolbox is om al in de planfase van infrastructurele projecten grondwater gerelateerde risico’s met vereenvoudigde modellen te verkennen. Door een goede afweging van uitvoeringsvarianten worden de faalkansen verkleind.
De Waterveiligheidsindicator: indicatie van het effect van maatregelen op de waterveiligheidvan Nederland
Projectinformatie
Projectnaam: Efficiënte monitoring
Projectleider Deltares: Ruud Hoogendoorn
In 2019 zijn er indicatoren ontwikkeld om het effect van dijkversterkingsmaatregelen op de waterveiligheid in beeld te brengen. In het voorjaar van 2020 heeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat ingestemd met het jaarlijks rapporteren van deze waterveiligheidsindicatoren. Naast het aantal kilometers versterkte kering wordt daarmee nu ook de verbeterde waterveiligheid en de afname van het overstromingsrisico weergegeven.
Begin 2020 waren er nog nauwelijks dijkversterkingsmaatregelen gerealiseerd. Hierdoor lieten de indicatoren nauwelijks voortgang zien. In de prognose voor 2025 wordt duidelijk dat de waterveiligheid in 2025 toeneemt. Wel moet er nog veel werk gedaan worden om in 2050 te zorgen dat alle Nederlanders wonen in een gebied waar de kans dat je komt te overlijden als gevolg van een overstroming nergens groter is dan 1 keer in de 100.000 jaar (het basisbeschermingsniveau). De afname van het overstromingsrisico zal de komende jaren waarschijnlijk hard gaan, omdat prioriteit wordt gegeven aan de meest risicovolle plekken. De indicator laat nu alleen nog het effect van dijkversterkingen zien. De indicator biedt daarnaast de mogelijkheid om op termijn ook het effect van verbeterde evacuatieplannen, of nieuwe inzichten in dijksterkte of economische groei mee te nemen. Zo kan steeds een geactualiseerd inzicht worden gegeven van de waterveiligheid in Nederland.
Basisbeschermingsniveau nog niet gehaald. Indicator 1: ontwikkeling in het halen van het basisbeschermingsniveau t.o.v. de referentiesituatie. Bron: RWS
Hoogte economisch risico. Indicator 2: ontwikkeling in het afnemen van het economisch risico t.o.v. de referentiesituatie. Bron: RWS
Oevererosie bij dynamische oevers: wat is acceptabel?
Projectinformatie
Projectnaam: Rivierkundig Onderzoek
Projectleider Deltares: Anke Becker
Op de Maas zijn oevers op veel plaatsen ontsteend en opnieuw ingericht voor het realiseren van natuurvriendelijke oevers. Deze oevers kennen meer erosie en sedimentatie dan de oorspronkelijke vastgelegde oevers en worden daarom aangeduid als ‘dynamische oevers’. Als rivierbeheerder staat Rijkswaterstaat voor de vraag hoeveel oevererosie kan worden toegelaten en op welk moment moet worden ingegrepen.
Deltares heeft in 2020 hulpmiddelen ontwikkeld om deze vraag te beantwoorden. Om te kunnen onderscheiden in oevertrajecten met voldoende, beperkte of zonder ruimte voor dynamische ontwikkeling, zijn er kaarten gemaakt met huidige oeverlijnen, historische oeverlijnen en grenzen van toelaatbare oevererosie. Daarnaast is geëvalueerd welke methoden er zijn om oevererosie te voorspellen. Er is er een advies opgesteld voor het toepassen van deze voorspellingsmethoden waarin onderscheid wordt gemaakt naar de verschillende oevertrajecten. In de voorspellingsmethoden zelf wordt onderscheid gemaakt naar enerzijds een direct inzetbare pragmatische methode en anderzijds een meer gedegen methode. Deze laatste kan in 2021 operationeel worden gemaakt. Aanvullend op de methode-ontwikkeling is er advies gegeven over het beheer van verschillende types oever.
Samenwerken bij beheer en onderhoud van de Nederlandse kust
Projectinformatie
Projectnaam BenO Kust
Projectleider Deltares Marcel Taal
Het project ‘Beheer en Onderhoud van de Nederlandse kust (B&O Kust)’ richt zich op het systeemgedrag van de Nederlandse kust en vertaalt inzichten in het systeemgedrag naar adviezen voor het kustbeheer. Het beantwoorden van vragen over het gedrag van suppleties en de kennis over het langjarige gedrag van het kustsysteem zijn belangrijke onderwerpen.
Hieronder valt ook onderzoek naar de bodemdaling van de kust, de beschikbaarheid van zand op de Noordzee, de effecten van suppleren op de duinen en het ontwikkelen van instrumenten om de kennis die wordt ontwikkeld goed beschikbaar te hebben. Het mooiste voorbeeld daarvan is wellicht de ‘kustviewer’. Het project kent intensieve samenwerking tussen de onderzoekers van Deltares en de medewerkers van RWS. Zo zorgen ze er samen voor dat passende kennis op het juiste moment beschikbaar komt. De achtergrond en producten zijn in te zien via de volgende pagina: KPP B&O Kust - KPP B&O Kust - nieuw - Deltares Public Wiki.
In 2020 moest ook dit project een niet-fysieke vorm van samenkomen organiseren. Het ‘werken op afstand’ leidde er zelfs toe dat de zogenaamde samenwerkdagen (waarin medewerkers van Rijkswaterstaat en Deltares het onderzoek en de resultaten bespreken) beter bezocht werden. Beheerders uit het hele land konden nu aansluiten. Tijdens de samenwerkdagen in 2020 werden ook andere kustprojecten besproken. Een voorbeeld daarvan was de themadag zeespiegelstijging.
Verandert de vorm van een afvoergolf bij een veranderend klimaat?
Projectinformatie
Projectnaam: Prestatiemanagement Hoofdwatersysteem
Projectleider Deltares: Nathalie Asselman
Ook in het rivierengebied moet Rijkswaterstaat anticiperen op de effecten van de klimaatverandering. Wat betekent de klimaatverandering voor het ontwerp van de waterkeringen in het rivierengebied? Voor de beantwoording van dergelijke vragen is inzicht in en kennis van het riviersysteem essentieel. In dat kader is onderzoek uitgevoerd naar het effect van topvervlakking op de Maas en de Rijn.
Topvervlakking is het verschijnsel dat een afvoergolf, terwijl deze zich in stroomafwaartse richting voortplant, steeds verder afvlakt. De piekafvoer neemt daardoor af naarmate deze meer benedenstrooms komt. Dit zorgt ervoor dat waterstanden benedenstrooms lager uitvallen dan op basis van stationaire berekeningen zou worden verwacht. Omdat topvervlakking sterk afhankelijk is van de golfvorm, ofwel de duur van een hoogwater, is het voor het ontwerp van waterkeringen en voor de inrichting van het rivierengebied van belang om antwoord te hebben op de vraag of de duur van een hoogwater in de toekomst, als gevolg van klimaatverandering, mogelijk verandert. Analyses voor de Maas laten zien dat de golfvorm op de Maas, zeker rond de piekafvoer, nauwelijks verandert bij een veranderend klimaat. Ook valt op dat de golfvorm weinig varieert met de hoogte van de afvoergolf. Dit betekent dat de gemiddelde golfvorm die nu voor de Maas wordt gebruikt voor vrijwel alle afvoeren kan worden gebruikt, waarschijnlijk ook bij een veranderend klimaat. De golfvorm op de Rijn is daarentegen niet bij alle piekafvoeren gelijk. Afvoergolven op de Rijn worden bij een veranderend klimaat en bij piekafvoeren van 16000 m3/s of hoger, waarschijnlijk stomper. De langere duur van hoogwater is mogelijk van invloed op de kans op bresvorming door piping of het gebrek aan macrostabiliteit van de dijk. Ook kan een bredere, stompere golfvorm leiden tot een afname van het effect van retentiemaatregelen waarbij water tijdelijk wordt opvangen in een daarvoor bestemd gebied. Voor de effectiviteit van andere binnendijkse maatregelen, zoals dijkverleggingen, is de golfvorm niet van belang.
Op weg naar een satelliet afgeleide bathymetrie van Nederland
Voorbeeld van de in 2020 ontwikkelde viewer. Bron: Giorgio Santinelli, Gennadii Donchyts, Antonio Moreno Rodenas.
Projectinformatie
Projectnaam: Corporate Innovatie Programma Rijkswaterstaat
Projectleider Deltares: Nick Leung
In afgelopen jaren heeft Deltares samen met Rijkswaterstaat gebruik gemaakt van een nieuwe bron van hoogte-informatie van de kust: de vrij-beschikbare satellietbeelden van ruimtevaartorganisaties ESA en NASA. Deltares heeft een methode ontwikkeld om op basis van die gegevens de grenzen tussen zee en land automatisch te bepalen. In combinatie met de waterhoogte op het moment van opname levert dit een schatting op van de bodemhoogte. Ook kunnen horizontale veranderingen van de zeebodem nauwkeuriger en met een korter tijdsinterval worden gemeten.
Voor dit project heeft Deltares ook een viewer ontwikkeld. Zie: openearth.nl/rwsbathymetry/. De gebruiker kan kiezen uit verschillende datasets. Een tijdschuifregelaar en een grafiek helpen bij het bladeren door de gegevens. Door op de kaart te klikken wordt er direct een grafiek gegenereerd zodat gegevens te vergelijken zijn. Rijkswaterstaat ziet hiermee direct hoe geulen en platen zich bewegen en kan daarop het kust suppletiebeleid aanpassen. Er kan bijvoorbeeld nauwkeuriger worden ingeschat hoeveel zand er op welke locatie moet worden gesuppleerd.
Nooddrain
Projectinformatie
Projectnaam: Corporate Innovatie Programma
Projectleider Deltares: Nick Leung
Piping is een belangrijk faalmechanisme voor dijken. Bij hoogwater kan zand van onder de dijk worden meegevoerd naar het achterland. De dijk raakt hierdoor onderspoeld en kan bezwijken. Eén manier om de piping te stoppen tijdens een hoogwatersituatie is gebruik te maken van ‘de nooddrain’. Het doel van de nooddrain is om de stijghoogte in het watervoerende pakket rondom een al bestaande, actieve zandmeevoerende wel zo te verlagen dat het verticale zandtransport naar het maaiveld tot stilstand komt. Met de veldtest op de LiveDijk proeflocatie Willemspolder van Waterschap Rivierenland heeft Deltares onderzocht of we in de handel gebruikelijke ramfilters (thermisch verzinkte filterbuizen met grote poriën of dunne spleten) met weinig personeel kunnen installeren. Ook is gekeken of het zandtransport in de wel significant kan worden teruggebracht.
De installatie is probleemloos gelukt. Het debiet van de in de proefsloot kunstmatig opgewekte zandmeevoerende wel was echter zo extreem groot dat het stijghoogte-verlagende effect van de nooddrain niet meer toereikend was. De opgewekte wel bleek vanwege zijn extreem groot debiet niet representatief te zijn, zeker vergeleken met het debiet dat in de regel bij zandmeevoerende wellen bij jaarlijkse hoogwaters wordt aangetroffen. Voor de beoogde toepassing als alternatief voor een zandzakopkisting bij jaarlijkse hoogwaters lijkt de nooddrain echter nog steeds geschikt.
Rijkswaterstaat ziet potentie in de nooddrain. De volgende stap is daarom om de nooddrain verder te ontwikkelen en met een ander diameter (filteroppervlak) onder minder extreme omstandigheden te testen. Dit moet gaan gebeuren kan in nauwe samenwerking met de waterschappen gebeuren, die ook de meeste dijken in beheer hebben waar zandmeevoerende wellen vaak een probleem vormen. Voor deze waterschappen kan het interessant zijn om tijdens een hoogwater een alternatief voor de hand te hebben naast de zandzakopkisting voor de zandmeevoerende wellen.
SRL online tool – stakeholder readiness level
Projectinformatie
Projectnaam: Corporate Innovatie Programma
Rijkswaterstaat
Projectleider Deltares: Nick Leung
Innovaties in de dagelijkse praktijk brengen is een (en misschien wel de) grote uitdaging. In verschillende innovatieprojecten zagen we dat er veel uitdagingen om tot implementatie te komen juist op het niettechnische vlak zitten. Deze factoren hebben we uiteindelijk samengebracht in een Stakeholder Readiness Level (SRL).
De SRL laat zien in hoeverre de organisatie en omgeving klaar zijn voor de toepassing van een bepaalde innovatie. De tool helpt om dit inzichtelijk te maken en laat zien wat er nog geregeld moet worden op de volgende thema’s: waarde, draagvlak, kosten, inpasbaarheid en risico’s.
In 2020 is de Stakeholder Readiness Level methodiek omgezet naar een online tool. Deze is te vinden op de volgende site: srl-tool.nl/.
Online tool waarmee de Stakeholder Readiness Level inzichtelijk wordt maakt.
Een nieuw verificatieinstrument voor RWsOS
Voorbeeld van het RWsOS Verificatie Instrument
Projectinformatie
Projectnaam: RWsOS
Projectleider Deltares: Mathijs den Toom
Deltares ondersteunt Rijkswaterstaat bij de instandhouding en doorontwikkeling van zijn instrumentarium voor waterberichtgeving en peilbeheer. Het RWsOS heeft voortdurend aanpassingen nodig. Dat kan zijn omdat de gebruikers nieuwe wensen hebben, bijvoorbeeld om beter op droogte te kunnen anticiperen. Of vanwege veranderingen in de omgeving van RWsOS, zoals de overgang van het KNMI naar een nieuw weerproduct. Of omdat Rijkswaterstaat gebruik wil maken van nieuwe technologische mogelijkheden die het beheer vereenvoudigen, zoals de inzet van cloudtechnologie.
Een van de interessantste ontwikkelingen van 2020 is de bouw van een eerste versie van een nieuw verificatieinstrument, waarmee de kwaliteit van verwachtingen inzichtelijk wordt gemaakt. Het bleek een ideaal middel om met gebruikers van gedachten te wisselen over veel van de andere ontwikkelingen in RWsOS en de samenhang daartussen. Tegelijk bood het de mogelijkheid om meer ervaring op te doen met het gebruik van webtechnologie en heeft het een impuls gegeven aan de verbetering van het databeheer. Tot slot is een aantal kennisvragen geïdentificeerd ten aanzien van verificatie die van belang zijn voor de brede gemeenschap rond operationele waterberichtgeving. Die worden in 2021 in het kader van het Deltares Strategisch Onderzoek nader uitgewerkt.
Oplevering nieuwe versie Landelijk Informatiesysteem Water en Overstromingen(LIWO)
Projectinformatie
Projectnaam: Landelijk Informatiesysteem
Water en Overstromingen (LIWO)
Projectleider Deltares: Edwin Snippen
Het Landelijk Informatiesysteem Water en Overstromingen (LIWO) bevat kaartlagen voor professionals die zich bezighouden met (de voorbereiding op) wateroverlast en overstromingen in Nederland. In de in 2020 opgeleverde versie van LIWO is een groot deel van de overstromingsscenario’s geactualiseerd, zijn nieuwe informatiebronnen toegevoegd en is de gebruikersfunctionaliteit geoptimaliseerd.
In 2019 zijn in het kader van de Europese Richtlijn Overstromingsrisico's (ROR) geactualiseerde overstromingskaarten beschikbaar gekomen. Deze kaarten zijn nu opgenomen in LIWO en verwerkt in de samengestelde waterdieptekaarten. De overstromingsscenario’s zijn uitgebreid met aankomsttijden (wanneer is het water waar). Op basis van alle beschikbare scenario’s voor de doorbraak van primaire waterkeringen is een landelijke aankomsttijdenkaart afgeleid. Het is nu mogelijk om meerdere scenario’s te combineren in één kaart. Dit werkt voor waterdiepte maar ook voor andere variabelen zoals schade, slachtoffers en aankomsttijden. Er is een nieuwe kaart met plaatsgebonden overstromingskansen. Op deze kaart is voor iedere plaats in Nederland de kans op een overstroming met een bepaalde waterhoogte afleesbaar. Deze kaart is beschikbaar voor het jaar 2019 en de verwachte situatie in 2050. De kaarten met de overstromingsrisico van de primaire waterkeringen zijn geactualiseerd.
Kennis voor keringen
Gebeurtenissen die kunnen optreden voordat er een overstroming plaatsvindt.
Projectinformatie
Projectnaam: Kennis voor Keringen
Projectleider Deltares: Alfons Smale
Het KPP-project Kennis voor Keringen richt zich op het ontwikkelen van de kennis ten behoeve van een scherpere bepaling van de overstromingskans.
In 2020 heeft Kennis voor Keringen vooral gewerkt aan het uitvoeren van ketenanalyses: welke reeks van gebeurtenissen moet optreden voordat er een overstroming plaatsvindt? Deze ketenanalyses zijn uitgevoerd voor drie sporen: overstroming door dijkerosie, overstroming door stabiliteitsverlies en overstroming door interne erosie (piping). Op basis van deze ketenanalyses is nagegaan welke gebeurtenissen bepalend zijn en of er kennisleemtes zijn ten aanzien van deze gebeurtenissen. Vervolgens is het onderzoeksaanbod naast de kennisleemtes gelegd om na te gaan of er kennisleemtes zijn waarvoor geen onderzoeksvoorstellen beschikbaar zijn. Tot slot zijn de generieke kennisleemtes over alle drie de sporen geïdentificeerd. Het resultaat van deze ketenanalyses wordt nu gebruikt bij het prioriteren van verder onderzoek binnen Kennis voor Keringen.
Oorzaak en vermijden van meervoudig sluiten Balgkering Ramspol
Projectinformatie
Projectnaam: BenO Waterkeringen
Projectleider Deltares: Martijn de Jong
De StormVloedKering Ramspol is een opblaasbare kering die wordt gesloten indien de lokale waterstand boven +0.5 m NAP komt en er tegelijkertijd sprake is van een landinwaarts gerichte stroming die wordt veroorzaakt doordat de afvoer richting zee stagneert door een te hoge zeespiegel (stormvloed). Die parameters worden tot nu toe gemonitord op basis van lokale metingen. Dat is efficiënt, maar maakt de kering wel gevoelig voor meervoudig sluiten en openen tijdens dezelfde storm. Dit is ongewenst, onder andere vanwege slijtage van het balgdoek.
In het kader van dit KPP-project is nadere onderzocht wat de potentiële oorzaken van meervoudig sluiten zijn en hoe dit onbedoelde keringsgedrag in de toekomst zou kunnen worden vermeden.
Grootschalige meerslingeringen (het heen en weer bewegen van het wateroppervlak) als gevolg van variaties in windsnelheid lijken de meest waarschijnlijke oorzaak. Achterliggende meteorologische fenomenen kunnen waarschijnlijk nog niet voldoende betrouwbaar worden voorspeld. Daarom is voorgesteld meervoudig sluiten te gaan voorkomen door een aangepast sluitcriterium te gaan gebruiken. Hierin wordt de waterstand waarop de kering wordt gesloten afgestemd op de sterkte van de oostelijke stroomsnelheid. Deze aanpak kan waarschijnlijk zonder ingrijpende hardware-aanpassingen en met lage kosten worden geïmplementeerd, omdat gebruik wordt gemaakt van informatie en operationele systemen die op dit moment al beschikbaar zijn. Indien na een grondige check het voorgestelde sluitcriterium inderdaad effectief en veilig blijkt te zijn, zou gebruik van dit nieuwe sluitcriterium de keringsinzet in het algemeen effectiever maken en wordt meervoudig sluiten van de SVKR in de toekomst zoveel mogelijk vermeden.
Samenwerking Deltares en HWBP verder bekrachtigd
Projectinformatie
Projectnaam: Ondersteuning PD HWBP Projectleider Deltares: Ellen Tromp
Al sinds 2013 werken Deltares en de programmadirectie Hoogwaterbeschermings- programma (HWBP) samen aan het (voortdurend) ontwikkelen van een technisch inhoudelijke kennisbasis voor doelmatige uitvoering van projecten in het HWBPprogramma. Afgelopen jaar hebben de directeuren een samenwerkingsovereenkomst gesloten om de komende jaren intensief samen te werken, om de kennisagenda’s af te stemmen, projectoverstijgende thema’s te agenderen en uit te werken en het HWBP-programma (de projecten) uit te voeren.
Het afgelopen jaar heeft Deltares een actieve bijdrage geleverd aan het huidige en nieuwe innovatieportfolio van het HWBP, om te zorgen dat de HWBP opgave op tijd, binnen budget en maatschappelijk acceptabel kan worden uitgevoerd. Ook heeft Deltares met het HWBP samengewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe instrumenten, zoals bijvoorbeeld de ingangstoets en het ‘comply and explain’ beginsel.
De ingangstoets geeft inzicht in de specifieke projectopgave. Een team van medewerkers van het HWBP voert de toetsing uit, controleert feiten, bekijkt de risico’s en zekerheden en beoordeelt de inhoud van de projectaanvraag. Het uitgangspunt bij ‘comply and explain’ is dat de beheerder kan en mag afwijken van standaarden. Wel moet de reden van de afwijking inclusief een gedegen en gemotiveerde onderbouwing worden aangeleverd. Deze wordt ook getoetst door medewerkers van het HWBP.
Grootschalig onderzoek naar sediment in demonding van de Westerschelde
Projectinformatie
Projectnaam: Schelde-stuarium
Projectleider Deltares: Marcel Taal
In de monding van de Westerschelde gaat Rijkswaterstaat een grootschalige praktijkproef doen om met slim sedimentbeheer de effecten van de zeespiegelstijging te mitigeren met in achtneming van de functies van het Schelde-estuarium. Door in de praktijk vast te stellen hoe en waardoor het sediment zich verplaatst, kunnen in de toekomst gerichte maatregelen worden genomen.
Deltares leverde hiervoor in 2020 veel inhoudelijke kennis en ondersteuning aan Rijkswaterstaat. De beschikbare data is in kaart gebracht, evenals de bestaande kennis over water, zand en bodemleven. Op basis daarvan is geadviseerd over hoe de beste locatie voor de proef kon worden gekozen. Hierna zijn we met experts die beste locatie gaan zoeken en wordt een advies opgesteld voor de monitoring van de proef. Dat ronden we in 2021 af. Naar verwachting zal in 2023 dan de ruim 1,5 miljoen m3 zand worden aangebracht.
De effecten van grootschalige windparken op zee
Projectinformatie
Projectnaam: Wind op Zee Ecologisch Programma WOZEP
Projectleider Deltares: Luca van Duuren
Om te voldoen aan de klimaatdoelstellingen van Parijs zal Nederland zeer snel over moeten gaan op hernieuwbare energiebronnen. Offshore windparken zullen daar een belangrijke rol in spelen.
In 2018 hebben we in een voorstudie laten zien dat de uitrol van offshore windparken tot ecosysteemeffecten (zoals stratificatie (gelaagdheid), verandering van reststroming en verandering van slibdynamiek) kan leiden die nog niet goed in beeld zijn. Tot nu toe waren deze effecten theoretisch te beredeneren, maar was niet duidelijk in hoeverre deze effecten belangrijk zijn en welke delen van de Noordzee hiervoor gevoelig zijn. In 2020 zijn de eerste modelstudies uitgevoerd met het nieuwe Noordzee model (DCSM-FM). De eerste resultaten geven aan dat effecten op de stratificatie verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor primaire productie (dus de groei van fytoplankton; de basis van het mariene voedselweb).
In de komende jaren wordt dit werk voortgezet. Deltares loopt hiermee vooraan in de ontwikkeling van modelontwikkelingen waarmee potentiële gevolgen van grootschalige ingrepen kunnen worden onderzocht. Het werk wordt door Deltares uitgevoerd in samenwerking met Wageningen Marine Research en NIOZ.
Maatschappelijke kosten en baten van zoetwater-maatregelen
Projectinformatie
Projectnaam: Wind op Zee Ecologisch Programma WOZEP
Projectleider Deltares: Luca van Duuren
Om te voldoen aan de klimaatdoelstellingen van Parijs zal Nederland zeer snel over moeten gaan op hernieuwbare energiebronnen. Offshore windparken zullen daar een belangrijke rol in spelen.
In 2018 hebben we in een voorstudie laten zien dat de uitrol van offshore windparken tot ecosysteemeffecten (zoals stratificatie (gelaagdheid), verandering van reststroming en verandering van slibdynamiek) kan leiden die nog niet goed in beeld zijn. Tot nu toe waren deze effecten theoretisch te beredeneren, maar was niet duidelijk in hoeverre deze effecten belangrijk zijn en welke delen van de Noordzee hiervoor gevoelig zijn. In 2020 zijn de eerste modelstudies uitgevoerd met het nieuwe Noordzee model (DCSM-FM). De eerste resultaten geven aan dat effecten op de stratificatie verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor primaire productie (dus de groei van fytoplankton; de basis van het mariene voedselweb).
In de komende jaren wordt dit werk voortgezet. Deltares loopt hiermee vooraan in de ontwikkeling van modelontwikkelingen waarmee potentiële gevolgen van grootschalige ingrepen kunnen worden onderzocht. Het werk wordt door Deltares uitgevoerd in samenwerking met Wageningen Marine Research en NIOZ.
Droogteprobleem voor Zoetwaterregio Noord
Projectinformatie
Projectnaam: BOA Deltaprogramma Zoetwater Projectleider Deltares: Marjolein Mens
Om de doelstellingen in het Parijs-akkoord te halen zijn maatregelen nodig om de emissie van broeikasgassen te reduceren. Een aantal maatregelen kan invloed hebben op knelpunten in de watervoorziening tijdens droogte, waaronder het nathouden van het veenweidegebied door middel van onderwaterdrainage.
Het nathouden van veenweidegebied vergroot via het peilbeheer de watervraag in de agrarische gebieden van laag-Nederland waar sprake is van veen in de ondergrond. Met het Nationaal Water Model is berekend dat de watervraag voor peilbeheer in veenweidegebieden hierdoor kan toenemen met 25% in het huidige klimaat en met 50% in een scenario met sterke klimaatverandering. De toename in de watervraag hangt af van het klimaatscenario, omdat hogere temperatuur voor meer verdamping zorgt en daardoor de toename in watervraag voor peilbeheer verder versterkt.
In het huidige klimaat kan de extra watervraag voor peilbeheer onder de meeste omstandigheden worden geleverd . De buffers van de meren worden wel vaker benut. Met sterke klimaatverandering zullen de tekorten toenemen. De precieze doorwerking hiervan op uitputting van de buffers in combinatie met een toename van de watervraag voor beregening en regionale doorspoeling (Deltascenario Stoom) wordt op dit moment doorgerekend met het Nationaal Water Model.
Droogte-weerbaarheid grondwaterafhankelijke natuur
Projectinformatie
Projectnaam: BOA Deltaprogramma Zoetwater Projectleider Deltares: Marjolein Mens
Hoe kwetsbaar is de grondwaterafhankelijke natuur bij langdurige droogte? Om dit in beeld te krijgen is een indicator ontwikkeld. Daarin wordt de kwetsbaarheid van de grondwaterafhankelijke natuur voor droogte gekwantificeerd op basis van gemodelleerde grondwaterstanden in de Hoge Zandgronden.
Uit recente evaluaties en monitoringsgegevens van natuurorganisaties volgt dat (meteorologische) droogte en in het bijzonder meerjarige droogte (2018-2020), een sterk negatief, soms onomkeerbaar, effect heeft op de grondwaterafhankelijke natuur. Het blijkt dat vooral als gevolg van grondwateronttrekking voor beregening en drinkwater, de afgelopen jaren tijdens droogteperioden het grondwaterniveau extra sterk is gedaald. Tijdens deze periode zakt de freatische grondwaterstand en stijghoogte veel dieper dan onder ‘normale’ zomeromstandigheden.
Het effect van klimatologische droogte wordt versterkt door de gedurende de afgelopen decennia ontwikkelde verdroging. Hierdoor is de veerkracht van doelvegetatie (vastgelegd in natuurbeheerdoelen) waarschijnlijk sterk afgenomen. Daarnaast is natuur gevoelig voor de frequentie van droogte. Als deze te groot wordt (en daarmee de kans op meerjarige droogte) krijgt de vegetatie na een droogte te weinig kans om te herstellen. Om het grondwatersysteem in de Hoge Zandgronden te herstellen zijn veel verschillende maatregelen nodig. Betrokken partijen in deze regio hebben de ambitie om de komende zes jaar in ongeveer 20% van het landbouwareaal maatregelen te implementeren die ervoor zorgen dat water beter wordt vastgehouden. Hiervoor is een bijdrage uit het Deltafonds gevraagd. Het gaat dan bijvoorbeeld om maatregelen als het dempen van sloten, het aanpassen van het ontwateringssysteem en het vergroten van het vasthoudend vermogen van de bodem. Daarnaast zijn waterschappen, provincies en drinkwaterbedrijven met elkaar in gesprek om te kijken waar en hoe onttrekkingen voor drinkwater en landbouw kunnen worden gereduceerd. In sommige gebieden zal een landgebruiksverandering nodig zijn om het landgebruik en het watersysteem weer beter met elkaar in balans te brengen. Dit wordt de watertransitie genoemd.
Effect van het voorkeurpakket uitgedrukt in percentage van opgave, in Ref2017 (boven) en Stoom2050 (onder), op basis van GG10.
Monitoring Lokale Klimaatbestendigheid
Screenshot van de prototype monitoringstool voor de gemeente Delft met hier als indicator de gevoelstemperatuur.
Projectinformatie
Projectnaam: Onderzoeksprogramma NKWK Klimaatbestendige Stad
Projectleider: Hans Gehrels
Bij klimaatbeleid is een langetermijnvisie en blik op de toekomst van groot belang, maar om concrete stappen te zetten is het belangrijk om te weten waar een stad nu staat: hoe klimaatbestendig is die stad? Welke indicatoren zijn zinvol en gewenst om te monitoren? Hoe destilleer je uit de enorme hoeveelheid beschikbare data zinvolle informatie en systeemkennis? Kunnen we een goed monitoringnetwerk ontwerpen?
Als onderdeel van dit project is een prototype online tool ontwikkeld om de data te analyseren en de indicatoren te visualiseren. In overleg met de gemeentes Apeldoorn en Delft is gekeken naar hoe zij zo’n tool graag zouden willen gebruiken en op basis hiervan is iteratief een prototype versie van de tool ontwikkeld. Deze is beschikbaar op mlk-demo.herokuapp.com.
Vervolgens is onderzocht welke (combinatie van) data een bruikbare indicator vormt voor de lokale en regionale klimaatbestendigheid van de huidige situatie. Dit geeft gemeenten inzicht in de voortgang van hun beleid (bijvoorbeeld vergroenen) en in welke mate het beoogde effect (bijvoorbeeld minder hittestress) wordt bereikt. Dit is te zien in de screenshot van de prototype monitoringstool voor de gemeente Delft met hier de gevoelstemperatuur als indicator.
Tijdens een evaluatiemoment kan de gemeente de effecten vergelijken met de kosten van maatregelen en krijgt men per wijk inzicht in het doelbereik en de effectiviteit en efficiëntie van het klimaatadaptatiebeleid. Op basis van deze inzichten kan het beleid (doelen, maatregelen en middelen) waar nodig worden bijgesteld.
KlimaatSchadeSchatter
Infographic met een overzicht van de klimaatgerelateerde schade tot 2050. Zie voor een uitgebreide versie klimaatschadeschatter.nl.
Projectinformatie
Projectnaam: Onderzoeksprogramma NKWK Klimaatbestendige Stad
Projectleider Deltares: Hans Gehrels
De klimaatverandering brengt grote veranderingen met zich mee in het stedelijk gebied. Bij zware buien is er sprake van wateroverlast en bij een hittegolf stijgt de temperatuur in het stedelijk gebied meer dan in het landelijke gebied. Hoe moeten we daarop anticiperen? Welke maatregelen zijn effectief en moeten worden genomen? Voor je die vraag kunt beantwoorden moet je een beeld hebben van de schade die door de klimaatverandering optreedt.
De Klimaatschadeschatter (KSS) is een tool die helpt om inzicht te krijgen in verschillende schades door klimaatverandering. De KSS is openbaar beschikbaar via www.klimaatschadeschatter.nl en staat beschreven in technische rapportages. De tool bundelt kennis over de kosten van klimaatverandering en geeft per gemeente een schatting van verschillende schadekosten door hitte, droogte en wateroverlast. De KSS sluit aan op de klimaatstresstesten die gemeenten en waterschappen hebben uitgevoerd.
Gemeenten en provincies kunnen de tool gebruiken voor risicodialogen en voor de omgevingsvisie. Daarnaast maakt de KSS mensen bewust van de gevolgen van klimaatverandering.
De tool geeft een beeld van de omvang van de schade voor de periode 2018-2050 en de verhoudingen tussen de verschillende schadeposten. Zo helpt de tool je om antwoord te geven op vragen als: Met welke grote schadeposten moet je rekening houden in jouw gemeente? Welke klimaatdreigingen hebben prioriteit? Welke sectoren krijgen met schades te maken? De infographic geeft als voorbeeld een overzicht van de klimaatgerelateerde schade tot 2050.
Toolbox Klimaatbestendige Stad
Beeld van de Toolbox Klimaatbestendige Stad met geprojecteerde maatregelen in het centrum van Utrecht.
Projectinformatie
Projectnaam: Onderzoeksprogramma NKWK Klimaatbestendige Stad
Projectleider Deltares: Hans Gehrels
In het kader van het Nationaal Kennis- en Innovatieprogramma Water en Klimaat (NKWK) is de afgelopen jaren de Toolbox Klimaatbestendige Stad (TKS) ontwikkeld. De toolbox is een hulpmiddel om te verkennen met welke adaptatiemaatregelen een wijk, buurt, terrein of straat beter kan worden beschermd tegen wateroverlast, droogte en/of extreme hitte. De toolbox helpt om, voorafgaand aan of tijdens de eerste fases van gebiedsontwikkeling of planning van adaptatiemaatregelen, na te gaan wat je kunt doen om een stedelijk gebied klimaatbestendiger te maken.
De online gereedschapskist geeft de gebruiker inzicht in de berekende effectiviteit van de maatregelen met betrekking tot wateroverlast, droogte en hitte. De gebruiker kan nagaan welke maatregelen effectief zijn, waar er plaats is voor maatregelen en wat de indicatieve kosten van die maatregelen zijn. De TKS biedt zo ondersteuning voor een gemeenschappelijke kennisbasis voor de (risico)dialoog, klimaatinclusieve ontwerpen en voor het opstellen van uitvoeringsplannen. Verschillende plan-alternatieven kunnen snel met elkaar worden vergeleken en beoordeeld op het bereiken van de gestelde klimaatadaptatiedoelen. Daarmee is de tool niet alleen bedoeld voor overheden (gemeenten, waterschappen), maar ook voor stedenbouwers, landschapsarchitecten en adviseurs die betrokken zijn bij de ruimtelijke plannen.
De TKS is openbaar beschikbaar via de website kbstoolbox.nl. De tool is in 2020 verbeterd en uitgebreid met ontbrekende kenniselementen en functionaliteiten. Een voorbeeld is gegeven voor het centrum van Utrecht met de geprojecteerde adaptatiemaatregelen (links) en het dashboard met daarop de totale bijdrage aan de prestatie-indicatoren van alle maatregelen (rechts). In plaats van de prestatieindicatoren kan ook de performance en kostenschatting per maatregelen gegeven worden.
Crisis Advies Groep Rivieren
Projectinformatie
Projectnaam: Permanente Ondersteuning Crisis Advies Groepen
Projectleider Deltares: Dave de Koning
Binnen Rijkswaterstaat zijn in het Water Management Centrum Nederland (WMCN) verschillende Crisis Advies Groepen (CAG’s) actief. Experts vanuit Deltares participeren in die CAG’s. Wat het betekent om tijdens een crisis paraat te moeten zijn, laat zich het beste als volgt beschrijven.
“Tijdens mijn eerste dienst als lid van de crisis adviesgroep rivieren was het meteen raak. Na een relatief nat einde van de maand januari 2020, werd het in februari 2020 nog erger en zorgde deze neerslag voor een hoogwatergolf op de Maas. Binnen enkele dagen schoot de afvoer ter hoogte van St. Pieter door de eerste drempelwaarde van 800 m3/s, waardoor er lokaal maatregelen tegen het hoge water diende te worden genomen. Enkele dagen en nog meer neerslag later, steeg de afvoer voorbij de 1.500 m3/s en de maximale afvoer bereikte een waarde van 1.730 m3/s. Een situatie met een herhalingstijd van eens in de vier jaar. Vanuit het WMCN is in die periode dagelijkse berichtgeving opgesteld en gedeeld ter informatie voor de gebruikers en betrokkenen.”
Sluis Belfeld bij hoogwater op de Maas.
De inzet van Deltares voor spoedadvisering
Projectinformatie
Projectnaam: Spoedadvies WMCN
Projectleider Deltares: Tony Minns
Voor het goed functioneren van de crisisadvisering van Rijkswaterstaat wordt door Deltares kennis en expertise ter beschikking gesteld aan het Water Management Centrum Nederland (WMCN). Maar ook in het geval van buitengewone omstandigheden en calamiteiten kan RWS een beroep doen op de expertise velden binnen Deltares. Naast de reguliere, jaarlijkse spoedadvies oefening, is er in 2020 ook daadwerkelijk een beroep op Deltares gedaan voor spoedadvies.
Op maandag, 10 februari 2020 zijn in de Maas twee duwbakken losgeslagen en tot stilstand gekomen tegen de stuw bij Linne. De stuw is beschadigd geraakt en moest worden hersteld. Omdat ook de waterstand op de Maas verhoogd was, is op 11 februari 2020 een spoedadvies aanvraag bij Deltares binnen gekomen. Deltares is gevraagd om de waterstand en/of snelheid bij vier afvoerniveaus (200 m3/s; 400 m3/s; 800 m3/s en 1200 m3/s) op zes verschillende locaties in de Maas te berekenen. Op basis hiervan kon Rijkswaterstaat de strategie bepalen hoe de twee duwbakken konden worden geborgen.
Op 12 februari 2020 en 19 februari 2020 zijn aanvullende vragen aan de spoedadvies aanvraag toegevoegd. De rapportage voor alle vragen is in één document opgeleverd. De laatste definitieve versie van deze rapportage is opgeleverd
Duwbak die tot stilstand is gekomen tegen de stuw bij Linne.
Deltares Academy
Projectinformatie
Projectnaam: Deltares Academy
Projectleider Deltares: Edward Melger
Kennis die bij Deltares wordt ontwikkeld moet ook worden gedeeld om in de praktijk toepassing te vinden. Vanuit die gedachte is de ‘Deltares Academy’ opgericht. Een deel van die kennis wordt direct in opdracht van Rijkswaterstaat ontwikkeld en in algemene zin is veel van die kennis ook voor Rijkswaterstaat van direct belang. Om die reden wordt via het KPP-programma vanuit Rijkwaterstaat jaarlijks een financiële bijdrage geleverd aan het organiseren van de activiteiten van de Deltares Academy.
De corona pandemie heeft uiteraard een wezenlijk effect gehad op de activiteiten van de Deltares Academy. Maar ook in 2020 is het gelukt om de kennisoverdracht via een uitgebreid aanbod te kunnen faciliteren. Rechtstreeks vanuit de Deltares studio en vanuit huis, is er een ruim aanbod aan cursussen, webinars en workshops geweest. Medewerkers van Rijkswaterstaat hebben daardoor in 2020 onder meer deelgenomen aan de opfriscursus ‘Statistiek voor Waterbeheer’, de cursus ‘Baseline 6’en de ‘D-HYDRO’-cursus.
In de zomer 2020 is Deltares gestart met een pilot met een eLearning platform (https://deltares.anewspring.nl). Een select aantal bestaande cursussen is in deze pilot omgezet naar een cursus met vooraf in de Deltares studio opgenomen modules in combinatie met tussentijdse interactie met de cursusleider . Op deze wijze is de omgezette Delft-FEWS Basic Configuration Course in 2020 succesvol gegeven in Australië en Canada, zowel als tijdens de Delft Software Days – Edition 2020 (online DSD-INT 2020).
Ook heeft Deltares Academy 42 webinars verzorgd. Dit is een record aantal. In 2019 waren het slechts 3. Hierbij is veelvuldig gebruik gemaakt van de Deltares studio faciliteiten en GoToWebinar.
Het vernieuwen van het cursusaanbod wordt gevoed vanuit ontwikkelingen en vernieuwingen in de onderzoeks- en adviesprojecten. Voor KPP-projecten is de Deltares Academy een strategisch instrument en belangrijke schakel in de kennisoverdracht.